Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
shining
01
stralend, schitterend
radiating light or brightness, whether natural or artificial
Voorbeelden
The shining sun illuminated the entire landscape.
De schijnende zon verlichtte het hele landschap.
A shining streetlight guided them through the dark alley.
Een schijnende straatlantaarn leidde hen door het donkere steegje.
02
schitterend, uitstekend
standing out in a positive way
Voorbeelden
Her shining leadership skills helped the team succeed.
Haar schitterende leiderschapsvaardigheden hielpen het team te slagen.
The artist received a shining review for her latest exhibit.
De kunstenaar kreeg een schitterende recensie voor haar laatste tentoonstelling.
03
glanzend, stralend
having a smooth and bright surface that reflects light
Voorbeelden
The shining floors were a testament to the diligent cleaning done before the event.
De glanzende vloeren waren een bewijs van de ijverige schoonmaak voor het evenement.
She admired the shining surface of the polished wood table.
Ze bewonderde het glanzende oppervlak van de gepolijste houten tafel.
Shining
01
polijsten, glad maken
the work of making something smooth and shiny by rubbing or waxing it
Lexicale Boom
shining
shine



























