Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Voorbeelden
A scar is a permanent mark on the skin that remains after a wound or injury has healed.
Een litteken is een permanent merkteken op de huid dat overblijft nadat een wond of letsel is genezen.
Scars can vary in appearance, from flat and pale to raised and red, depending on the type of injury and individual healing process.
Littekens kunnen in uiterlijk variëren, van vlak en bleek tot verhoogd en rood, afhankelijk van het type letsel en het individuele genezingsproces.
02
a lasting sign or trace of damage, suffering, or loss
Voorbeelden
The war left deep scars on the nation's memory.
The scandal left a permanent scar on the company's reputation.
to scar
01
litteken achterlaten, vernarben
to leave a mark on the skin after the injured tissue has healed
Intransitive
Transitive: to scar one's skin
Voorbeelden
The burn injury scarred his arm, reminding him of the incident.
De brandwonde littekende zijn arm, hem herinnerend aan het incident.
The rock climbing accident scarred her knees, but she continued the sport.
Het klimongeluk liet littekens achter op haar knieën, maar ze bleef de sport beoefenen.
02
littekens achterlaten, kwetsen
to leave a lasting mental or emotional impact, often from a traumatic or painful experience
Voorbeelden
The tragic event scarred her deeply, affecting her for years.
De tragische gebeurtenis heeft haar diep getekend en heeft haar jarenlang beïnvloed.
Witnessing the accident scarred him emotionally.
Getuige zijn van het ongeluk heeft hem emotioneel getekend.
Lexicale Boom
scarify
scary
scar



























