Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
proper
01
geschikt, passend
suitable or appropriate for the situation
Dialect
British
Voorbeelden
Wearing formal attire is proper for a business meeting.
Het dragen van formele kleding is geschikt voor een zakelijke bijeenkomst.
It 's proper to use polite language when speaking to elders.
Het is gepast om beleefde taal te gebruiken wanneer je met ouderen spreekt.
Voorbeelden
He finally landed a proper job after years of freelancing.
Hij heeft eindelijk een echte baan gevonden na jarenlang freelancen.
She 's never had a proper meal since she moved out of her parent's house.
Ze heeft sinds ze uit het huis van haar ouders is verhuisd nooit een fatsoenlijke maaltijd gehad.
03
gepast, correct
conforming to accepted norms or standards in a particular situation
Voorbeelden
The proper way to greet someone in this culture is with a handshake.
De juiste manier om iemand te begroeten in deze cultuur is met een handdruk.
The proper response to the question is ' yes.'
Het juiste antwoord op de vraag is 'ja.'
Voorbeelden
After missing the train, I felt like a proper idiot.
Nadat ik de trein had gemist, voelde ik me een complete idioot.
It was a proper nightmare trying to get everything done on time.
Het was een echte nachtmerrie om alles op tijd af te krijgen.
05
eigen, specifiek
relating specifically and uniquely to something
Voorbeelden
The plants proper to the desert can survive with minimal water.
De planten die eigen zijn aan de woestijn kunnen overleven met minimale water.
The diseases proper to the tropics require specific treatment methods.
De eigen ziekten van de tropen vereisen specifieke behandelingsmethoden.
Voorbeelden
The decision was made using his proper judgment.
De beslissing is genomen met behulp van zijn eigen oordeel.
The keys to the office are his proper possession.
De sleutels van het kantoor zijn zijn eigen bezit.
07
elegant, uitstekend
used in reference to someone or something that stands out in beauty or grace
Voorbeelden
He was a proper gentleman, well-dressed and poised.
Hij was een echte heer, goed gekleed en vol gratie.
She was known as a proper lady, graceful and refined in all her manners.
Ze stond bekend als een passende dame, gracieus en verfijnd in al haar manieren.
proper
01
goed, op de juiste manier
in a thorough and complete manner
Voorbeelden
She was proper impressed with the new project idea.
Ze was echt onder de indruk van het nieuwe projectidee.
He did the job proper, fixing everything exactly as it should be.
Hij deed het werk goed, repareerde alles precies zoals het moest zijn.
02
goed, op de juiste manier
in a correct or appropriate way
Voorbeelden
You've got to clean the kitchen proper if you want it to look spotless.
Je moet de keuken goed schoonmaken als je wilt dat het er vlekkeloos uitziet.
She did n't just apologize, she apologized proper, in front of everyone.
Ze verontschuldigde zich niet alleen, ze verontschuldigde zich op de juiste manier, voor iedereen.
Proper
01
eigen, eigen deel
a section of a church service that changes based on the religious calendar or occasion
Voorbeelden
The choir rehearsed the proper for Easter Sunday.
Het koor repeteerde het proprium voor Paaszondag.
Today's proper reflects the themes of Advent.
Het proprium van vandaag weerspiegelt de thema's van de Advent.
Lexicale Boom
improper
properly
properness
proper



























