Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Manner
Voorbeelden
He replied in a polite manner.
Hij antwoordde op een beleefde manier.
The machine operates in a highly efficient manner.
De machine werkt op een zeer efficiënte manier.
02
manier, gedrag
the way a person acts or behaves toward others
Voorbeelden
She has a calm manner that puts everyone at ease.
Ze heeft een kalme manier die iedereen op zijn gemak stelt.
The teacher ’s manner was firm but fair.
De manier van de leraar was vast maar eerlijk.
03
manier, soort
a kind
Lexicale Boom
mannerism
manner
man



























