Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to style
01
stylen, ontwerpen
to design, arrange, or present something in a particular way
Transitive: to style sth in a specific manner
Voorbeelden
The fashion designer wanted to style the runway show with a mix of bold colors and elegant silhouettes.
De modeontwerper wilde de modeshow stylen met een mix van gedurfde kleuren en elegante silhouetten.
She decided to style the living room with a minimalist approach, using clean lines and neutral tones.
Ze besloot de woonkamer te stylen met een minimalistische aanpak, met schone lijnen en neutrale tinten.
02
noemen, benoemen
to give someone or something a specific name or term
Complex Transitive: to style sb/sth as a title
Voorbeelden
The fashion magazine styled her as " The Trendsetter " for her unique and influential fashion choices.
Het modemagazine stileerde haar als "The Trendsetter" voor haar unieke en invloedrijke modekeuzes.
In the world of design, the architect was styled as " The Innovator " for his groundbreaking structures.
In de wereld van design werd de architect vanwege zijn baanbrekende structuren bestempeld als "De Innovator".
03
stylen, kappen
to arrange hair to achieve a desired look or appearance
Transitive: to style hair
Voorbeelden
She styled her long, flowing locks into an elegant updo for the wedding.
Ze stileerde haar lange, golvende lokken in een elegante opsteekkapsel voor de bruiloft.
The hairstylist styled her client's hair in loose waves for a relaxed, beachy look.
De kapper stileerde het haar van haar cliënt in losse golven voor een ontspannen, strandachtige look.
01
stijl, manier
a particular appearance that is determined by certain principles
Voorbeelden
Her unique style combines vintage and modern elements, making her stand out in a crowd.
Haar unieke stijl combineert vintage en moderne elementen, waardoor ze opvalt in een menigte.
The interior designer focused on minimalist style, emphasizing clean lines and a neutral color palette.
De interieurontwerper richtte zich op de minimalistische stijl, met nadruk op schone lijnen en een neutraal kleurenpalet.
Voorbeelden
His questioning style made the interviewees feel at ease.
Zijn stijl van vragen stellen maakte de geïnterviewden op hun gemak.
His teaching style makes complex topics easy to grasp.
Zijn stijl van lesgeven maakt complexe onderwerpen gemakkelijk te begrijpen.
1.2
stijl, mode
the popular way in which something is designed or created at a particular time
Voorbeelden
Her hairstyle was a perfect example of the 80s style.
Haar kapsel was een perfect voorbeeld van de stijl van de jaren 80.
The fashion show highlighted the latest style in evening wear.
De modeshow benadrukte de nieuwste stijl in avondkleding.
1.3
stijl
a specific way of writing, designing, painting, etc. that is typical of a certain era, person, movement, place, etc.
Voorbeelden
Japanese calligraphy is celebrated for its elegant style and intricate characters, reflecting the country's rich cultural heritage.
Japanse kalligrafie wordt gevierd om zijn elegante stijl en ingewikkelde karakters, die de rijke culturele erfenis van het land weerspiegelen.
The Renaissance style is characterized by its emphasis on realism, symmetry, and classical motifs.
De Renaissance stijl wordt gekenmerkt door de nadruk op realisme, symmetrie en klassieke motieven.
1.4
stijl, redactionele richtlijnen
editorial directions to be followed in spelling and punctuation and capitalization and typographical display
02
stijl
(botany) the narrow elongated part of the pistil between the ovary and the stigma
03
niet-uitdagende stijl, sobere stijl
not provocative
04
stijl, borstel
a slender bristlelike or tubular process
05
punt, stift
a pointed tool for writing or drawing or engraving
06
stijl, elegantie
distinctive and stylish elegance
Lexicale Boom
styler
styling
style



























