Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to josh
Voorbeelden
He was n't being mean — he was just joshing about how bad my singing was.
Hij was niet gemeen—hij was gewoon aan het dollen over hoe slecht mijn zang was.
They spent the evening joshing each other, sharing jokes and making fun of silly things.
Ze brachten de avond door met elkaar te plagen, grappen te delen en grappen te maken over domme dingen.



























