Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to ignite
01
ontsteken, aansteken
to cause something to catch fire
Transitive: to ignite sth
Voorbeelden
He ignited the gas stove with a flick of the lighter.
Hij ontstak het gasfornuis met een tik van de aansteker.
Sparks from the engine ignited the dry grass, starting a wildfire.
Vonken van de motor ontstaken het droge gras, wat een natuurbrand veroorzaakte.
02
ontsteken, aanwakkeren
to spark or intensify a feeling or situation
Transitive: to ignite an emotion or reaction
Voorbeelden
His words ignited a sense of anger among the crowd.
Zijn woorden ontketenden een gevoel van woede onder de menigte.
The news of the victory ignited excitement throughout the city.
Het nieuws van de overwinning ontketende opwinding door de hele stad.
03
ontbranden, vlam vatten
to catch fire or to begin burning spontaneously
Intransitive
Voorbeelden
The dry leaves began to ignite as the sun's rays intensified.
De droge bladeren begonnen te ontbranden toen de zonnestralen intenser werden.
The mixture of chemicals was unstable and could ignite without warning.
Het mengsel van chemicaliën was onstabiel en kon zonder waarschuwing ontbranden.
Lexicale Boom
ignitable
ignited
igniter
ignite



























