Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Haunch
01
dij, achterbout
the hindquarter or leg of an animal, often referring to a cut of meat from that region
Voorbeelden
He marinated a haunch of lamb overnight, then grilled it to perfection.
Hij marineerde een bout lamsvlees een nacht lang en grilde het vervolgens tot in de perfectie.
I ordered a plate of roasted haunch of rabbit, accompanied by a delicate mustard sauce.
Ik bestelde een bord geroosterd bout van konijn, begeleid door een delicate mosterdsaus.
02
de heup, het dijbeen
the hip and buttock and upper thigh in human beings
03
de aanzet, het schuine deel
the inclined or sloping portion of an arch, beam, or lintel that provides additional support and stability to the structure, typically located near the springing point or the midpoint of the span
