Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to grow up
[phrase form: grow]
01
opgroeien, volwassen worden
to change from being a child into an adult little by little
Intransitive
Voorbeelden
Many children dream of what they want to be when they grow up.
Veel kinderen dromen van wat ze willen worden als ze opgroeien.
My sister is growing up so fast.
Mijn zus groeit zo snel op.
02
zich ontwikkelen, groeien
to increase or develop over time, usually referring to something abstract like an idea or concept
Intransitive
Voorbeelden
The idea for the new technology grew up over several years of research.
Het idee voor de nieuwe technologie groeide over meerdere jaren onderzoek.
A thriving art scene grew up in the city, attracting artists from around the world.
Een bloeiende kunstscene ontwikkelde zich in de stad, wat kunstenaars van over de hele wereld aantrok.
03
opgroeien, rijpen
to develop a more mature and responsible way of behaving and thinking
Intransitive
Voorbeelden
Experiencing parenthood forced them to grow up and prioritize their child's well-being over their own desires.
Het ervaren van ouderschap dwong hen om volwassen te worden en het welzijn van hun kind boven hun eigen verlangens te stellen.
Why do n't you grow up and start taking your responsibilities seriously?
Waarom groot je niet op en begin je niet serieus te nemen?
grow up
01
Word volwassen!, Groe op!
used to express exasperation or disapproval towards someone who is behaving immaturely or irresponsibly
Voorbeelden
I ca n't believe you 're still arguing about this trivial issue. Grow up!
Ik kan niet geloven dat jullie nog steeds ruzie maken over dit triviale onderwerp. Word volwassen !
You 've been avoiding your work all day. Grow up and get it done.
Je hebt de hele dag je werk vermeden. Word volwassen en doe het.



























