Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
glazed
Voorbeelden
She listened with a glazed expression, clearly not engaged.
Ze luisterde met een glazige uitdrukking, duidelijk niet betrokken.
His eyes were glazed over as he stared blankly at the screen.
Zijn ogen waren glazig terwijl hij uitdrukkingsloos naar het scherm staarde.
02
geglazuurd, met een glanzende laag bedekt
covered with a smooth, shiny coating, typically used in pottery and ceramics to enhance appearance or provide a protective finish
Voorbeelden
Sarah admired the set of glazed cast iron cookware displayed in the store window.
Sarah bewonderde de set geglazuurde gietijzeren kookgerei die in de etalage van de winkel werd getoond.
Grandma's antique glazed enamelware pots and pans were a cherished part of her kitchen collection.
Oma's antieke geglazuurde emaille potten en pannen waren een geliefd onderdeel van haar keukencollectie.
03
geglazuurd, bedekt met een glazuur
(of foods) coated with a smooth, shiny, or glossy layer, often made from ingredients such as sugar, honey, or syrup
Voorbeelden
The bakery displayed a variety of glazed donuts, each with a luscious coating of sugary glaze.
De bakkerij toonde een verscheidenheid aan geglazuurde donuts, elk met een weelderige laag suikerglazuur.
The chef prepared succulent ham slices with a honey glazed exterior, imparting a shiny and flavorful finish.
De chef bereidde sappige hamplakken met een honinggeglazuurde buitenkant, wat een glanzende en smaakvolle afwerking geeft.
Lexicale Boom
unglazed
glazed
glaze



























