Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Voorbeelden
She started feeling funky right before her interview.
Ze begon zich zenuwachtig te voelen vlak voor haar sollicitatiegesprek.
His funky mood made him restless during the meeting.
Zijn zenuwachtige stemming maakte hem rusteloos tijdens de vergadering.
02
funky, ritmisch
(of music) having a rhythmic, energetic quality with a strong, distinctive beat that encourages movement
Voorbeelden
The funky bassline got everyone on the dance floor moving.
De funky baslijn kreeg iedereen op de dansvloer aan het bewegen.
Her band played a funky rendition of the classic song, adding their own unique style.
Haar band speelde een funky versie van het klassieke nummer en voegde hun eigen unieke stijl toe.
03
stinkend, muf
having a strong, unpleasant odor, often associated with something musty
Voorbeelden
The gym bag was funky after a week of not being washed.
De gymtas was muf na een week niet gewassen te zijn.
There 's a funky smell coming from the kitchen.
Er komt een rare geur uit de keuken.
Voorbeelden
She wore a funky jacket with bright, contrasting colors.
Ze droeg een funky jas met felle, contrasterende kleuren.
His funky sneakers made a statement at the fashion show.
Zijn funky sneakers maakten een statement op de modeshow.
Lexicale Boom
funky
funk



























