Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
fractious
01
prikkelbaar, lichtgeraakt
easily getting annoyed, angry, or upset
Voorbeelden
Lack of sleep often makes her quite fractious by the afternoon.
Slaapgebrek maakt haar vaak behoorlijk prikkelbaar in de middag.
After hours of waiting in the airport, the passengers became increasingly fractious.
Na uren wachten op de luchthaven werden de passagiers steeds prikkelbaarder.
02
onstabiel, defect
prone to malfunction, disruption, or instability
Voorbeelden
Managing a fractious team requires patience and flexibility.
Het beheren van een onhandelbaar team vereist geduld en flexibiliteit.
The fractious software kept crashing during the presentation.
03
opstandig, onhandelbaar
unruly, defiant, or unwilling to submit to rules or leadership
Voorbeelden
The fractious student refused to follow classroom rules.
De onhandelbare student weigerde de klasregels te volgen.
A fractious crowd gathered outside the courthouse.
Een opstandige menigte verzamelde zich buiten het gerechtsgebouw.
