Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
fragile
01
breekbaar, kwetsbaar
easily damaged or broken
Voorbeelden
The butterfly 's wings were fragile, thin and translucent in the sunlight.
De vleugels van de vlinder waren broos, dun en doorschijnend in het zonlicht.
She wrapped the fragile ornaments in bubble wrap before placing them in the box.
Ze wikkelde de kwetsbare ornamenten in bubbeltjesplastic voordat ze ze in de doos plaatste.
02
broos, kwetsbaar
easily becoming ill due to being in a weakened physical state
Voorbeelden
The elderly, with their often fragile health, are advised to get the flu vaccine each year to avoid complications.
Ouderen, met hun vaak broze gezondheid, wordt aangeraden om elk jaar de griepprik te halen om complicaties te voorkomen.
Children with certain congenital conditions can be more fragile and prone to infections.
Kinderen met bepaalde aangeboren aandoeningen kunnen kwetsbaarder en vatbaarder voor infecties zijn.
03
not having substance, strength, or significance
Voorbeelden
Their argument was fragile and easily refuted.
The company 's financial position was fragile.



























