Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
first-person
/ˈfɝstˌpɝsən/
/ˈfɜːstˌpɜːsən/
first personFirst-person
01
(grammar) a grammatical category used to refer to the speaker or writer of a statement or discourse
Voorbeelden
First-person pronouns include I, me, my, and we.
She carefully distinguished first-person from third-person usage.
02
eerste persoon, vertelling in de eerste persoon
a way of telling or writing a story in which things happen to the narrator and the story revolves around them
Voorbeelden
In the first-person narrative, the protagonist recounts the events of the story from their own perspective, offering intimate insights into their thoughts and feelings.
In de ik-vertelling vertelt de hoofdpersoon de gebeurtenissen van het verhaal vanuit zijn eigen perspectief en biedt hij intieme inzichten in zijn gedachten en gevoelens.
The use of first-person narration creates a sense of immediacy and intimacy, drawing readers directly into the protagonist's experiences.
Het gebruik van eerste-persoons vertelling creëert een gevoel van directheid en intimiteit, waardoor lezers rechtstreeks in de ervaringen van de hoofdpersoon worden getrokken.
