Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to emphasize
01
benadrukken, nadruk leggen op
to give special attention or importance to something
Transitive: to emphasize importance of something
Voorbeelden
Throughout her campaign speech, the candidate emphasized her plans for improving education and healthcare if elected.
Gedurende haar campagne-toespraak benadrukte de kandidaat haar plannen voor het verbeteren van onderwijs en gezondheidszorg als ze verkozen zou worden.
When explaining directions, I emphasized turning right at the main intersection.
Bij het uitleggen van de route benadrukte ik om rechtsaf te slaan bij de hoofdintersectie.
02
benadrukken, uitlichten
to highlight something and make it easier to notice by drawing attention toward it
Transitive: to emphasize a visual element
Voorbeelden
The bold belt emphasized the waistline of the dress, creating an hourglass silhouette.
De dikke riem benadrukte de taille van de jurk, waardoor een zandlopersilhouet ontstond.
The artist used contrasting colors to emphasize the dramatic effect of the sunset in the painting.
De kunstenaar gebruikte contrasterende kleuren om het dramatische effect van de zonsondergang in het schilderij te benadrukken.
03
benadrukken, nadruk leggen op
to give particular importance or attention to a word through vocal inflection or stress
Transitive: to emphasize a spoken word
Voorbeelden
When discussing the importance of teamwork, the coach emphasized the word " collaboration " to underscore its significance.
Toen hij het belang van teamwork besprak, benadrukte de coach het woord "samenwerking" om het belang ervan te onderstrepen.
The teacher emphasized the word " responsibility " to remind students of their duties and obligations.
De leraar benadrukte het woord "verantwoordelijkheid" om de leerlingen aan hun plichten en verplichtingen te herinneren.
Lexicale Boom
emphasized
emphasizing
overemphasize
emphasize
emphasis



























