Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Almond
01
amandel, amandelen
a sweet oval nut with a pale brown shell
Voorbeelden
The monkey skillfully plucked the almonds from the tree.
De aap plukte handig de amandelen van de boom.
02
amandelboom, amandel
small bushy deciduous tree native to Asia and North Africa having pretty pink blossoms and highly prized edible nuts enclosed in a hard green hull; cultivated in southern Australia and California
almond
01
amandel
having a light beige color, resembling the shade of the nut of the same name
Voorbeelden
Her dress had a lovely almond hue, perfect for a casual day out.
Haar jurk had een mooie amandel tint, perfect voor een ontspannen dagje uit.
The kitchen cabinets were crafted from wood with an almond finish.
De keukenkasten waren gemaakt van hout met een amandel afwerking.
