Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
bondgenoot, partner
a country that aids another country, particularly if a war breaks out
Voorbeelden
During the war, each nation relied heavily on its allies for resources and support.
Tijdens de oorlog vertrouwde elke natie zwaar op zijn bondgenoten voor middelen en steun.
The small country sought to strengthen its relationship with a powerful ally for protection.
Het kleine land probeerde zijn relatie met een machtige bondgenoot te versterken voor bescherming.
02
bondgenoot, ondersteuner
someone who helps or supports someone else in certain activities or against someone else
Voorbeelden
She found a reliable ally in her coworker, who always supported her ideas during meetings.
Ze vond een betrouwbare bondgenoot in haar collega, die altijd haar ideeën tijdens vergaderingen ondersteunde.
In times of need, it's important to have allies who can offer assistance and guidance.
In tijden van nood is het belangrijk om bondgenoten te hebben die hulp en begeleiding kunnen bieden.
to ally
01
to form a formal association or partnership with another entity, often through treaty, agreement, or marriage
Voorbeelden
The two kingdoms decided to ally against a common enemy.
Several corporations allied to launch a joint venture.



























