covenant
co
ˈkə
ve
nant
nənt
nēnt
British pronunciation
/kˈʌvənənt/

Definitie en betekenis van "covenant"in het Engels

01

verbond, overeenkomst

a promise or a formal agreement, particularly one that involves regularly paying a sum of money to someone or an organization
example
Voorbeelden
The two countries signed a covenant to promote peace and cooperation.
De twee landen hebben een verbond ondertekend om vrede en samenwerking te bevorderen.
The covenant between the landlord and tenant outlined the responsibilities of both parties.
Het verbond tussen de verhuurder en de huurder schetste de verantwoordelijkheden van beide partijen.
02

verbond, pact

(Bible) an agreement between God and his people in which God makes certain promises and requires certain behavior from them in return
to covenant
01

overeenkomen, zich contractueel verbinden

to legally agree or to promise to do or give something to someone, particularly to make regular payments to a person or organization
example
Voorbeelden
They covenanted to support the scholarship fund with annual contributions.
Ze kwamen overeen om het studiebeursfonds te ondersteunen met jaarlijkse bijdragen.
She covenanted to give a fixed amount to the museum each year.
Ze verbond zich ertoe elk jaar een vast bedrag aan het museum te geven.
02

een verbond aangaan, een overeenkomst sluiten

enter into a covenant
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store