Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
conscious
01
bij bewustzijn, wakker
aware of and responsive to one's surroundings
Voorbeelden
After the fall, she was fully conscious and able to speak.
Na de val was ze volledig bij bewustzijn en kon ze praten.
The patient remained conscious throughout the operation.
De patiënt bleef bij bewustzijn gedurende de hele operatie.
02
opzettelijk, bewust
done with purpose
Voorbeelden
She made a conscious effort to speak more slowly.
Ze deed een bewuste inspanning om langzamer te spreken.
His decision to help was completely conscious.
Zijn beslissing om te helpen was volledig bewust.
03
having knowledge of something
Voorbeelden
I am conscious of the risks involved.
Ik ben me bewust van de betrokken risico's.
She was fully conscious of her responsibilities.
Ze was zich volledig bewust van haar verantwoordelijkheden.
Lexicale Boom
consciously
consciousness
nonconscious
conscious



























