
Zoeken
to coexist
01
coëxisteren, samenleven
to exist together in the same location or period, without necessarily interacting
Intransitive: to coexist | to coexist with sb/sth
Example
Dinosaurs and early mammals once coexisted during the Mesozoic era.
Dinosaurussen en vroege zoogdieren leefden ooit samen tijdens het Mesozoïcum.
Modern buildings coexist alongside ancient ruins in the city.
Moderne gebouwen coëxisteren naast oude ruïnes in de stad.
02
co-existeren, samenleven
to live or exist together peacefully despite differences in beliefs or interests
Intransitive
Example
The two neighboring countries have learned to coexist despite their differences.
De twee buurlanden hebben geleerd om samen te leven ondanks hun verschillen.
People of different religious beliefs can coexist within a tolerant society.
Mensen met verschillende religieuze overtuigingen kunnen samenleven binnen een tolerante samenleving.

Nabije Woorden