boon
boon
bun
boon
British pronunciation
/bˈuːn/

Definitie en betekenis van "boon"in het Engels

01

zegen, voordeel

something that is beneficial or advantageous, like a blessing or favor that is granted
example
Voorbeelden
Winning the lottery was a great boon for the struggling family, allowing them to pay off their debts and live comfortably.
De loterij winnen was een grote zegen voor het worstelende gezin, waardoor ze hun schulden konden afbetalen en comfortabel konden leven.
The discovery of clean, renewable energy sources would be a boon for the environment, reducing pollution and mitigating climate change.
De ontdekking van schone, hernieuwbare energiebronnen zou een zegen zijn voor het milieu, waardoor vervuiling wordt verminderd en klimaatverandering wordt verzacht.
01

gezellig, hartelijk

companionable and warmly sociable
example
Voorbeelden
They shared a boon friendship that lasted decades.
Ze deelden een boon vriendschap die decennia duurde.
His boon manner made everyone feel instantly welcome.
Zijn gezellige manier deed iedereen zich onmiddellijk welkom voelen.
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store