Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to aim at
[phrase form: aim]
01
richten op, streven naar
to work toward a specific goal
Transitive: to aim at a goal
Voorbeelden
The team is aiming at winning the championship this season.
Het team mikt op het winnen van het kampioenschap dit seizoen.
His efforts are aimed at improving his physical fitness and overall health.
Zijn inspanningen richten zich op het verbeteren van zijn fysieke fitheid en algehele gezondheid.
02
richten op, mikken op
to design something for a particular audience or market
Transitive: to aim at an audience or a market
Voorbeelden
The company's new marketing campaign aims at increasing brand awareness among millennials.
De nieuwe marketingcampagne van het bedrijf is gericht op het vergroten van de merkbekendheid onder millennials.
The new advertising campaign is clearly aimed at young adults who enjoy outdoor activities.
De nieuwe advertentiecampagne is duidelijk gericht op jonge volwassenen die genieten van buitenactiviteiten.
03
richten op, een verborgen bedoeling hebben
(of a statement, action, or behavior) to have a hidden purpose or intention
Transitive: to aim at doing sth
Voorbeelden
His comments were aimed at emphasizing the importance of teamwork.
Zijn opmerkingen waren gericht op het benadrukken van het belang van teamwork.
His critical remarks were not intended to hurt your feelings; they were aimed at highlighting areas for improvement.
Zijn kritische opmerkingen waren niet bedoeld om je gevoelens te kwetsen; ze waren gericht op het benadrukken van verbeterpunten.
04
richten, mikken
to point a weapon or object at a particular target
Transitive: to aim at a target
Ditransitive: to aim at sth a target
Voorbeelden
The police officer aimed her flashlight at the dark alley to see inside.
De politieagente richtte haar zaklamp op het donkere steegje om naar binnen te kijken.
He aimed at the bullseye on the target and fired his bow.
Hij mikte op de roos op het doel en schoot zijn boog.



























