acquit
acq
ˈək
ēk
uit
wɪt
vit
British pronunciation
/əˈkwɪt/

Definitie en betekenis van "acquit"in het Engels

to acquit
01

vrijspreken, onschuldig verklaren

to officially decide and declare in a law court that someone is not guilty of a crime
Transitive: to acquit a defendant
to acquit definition and meaning
example
Voorbeelden
The company was accused of wrongdoing, but after a thorough investigation, they were acquitted of any illegal activities.
Het bedrijf werd beschuldigd van wangedrag, maar na een grondig onderzoek werden ze vrijgesproken van illegale activiteiten.
The jury unanimously decided to acquit the defendant due to lack of evidence.
De jury besloot unaniem om de verdachte wegens gebrek aan bewijs vrij te spreken.
02

zich gedragen, zich van zijn taak kwijten

to behave or perform in a particular manner
Transitive: to acquit oneself in a specific manner
example
Voorbeelden
He acquitted himself well during the presentation, impressing the board with his ideas.
Hij gedroeg zich goed tijdens de presentatie en imponeerde de raad van bestuur met zijn ideeën.
Despite the pressure, she acquitted herself with grace and confidence in the interview.
Ondanks de druk gedroeg ze zich met gratie en vertrouwen tijdens het interview.
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store