Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
langzaam, traag
moving, happening, or being done at a speed that is low
Voorbeelden
He had a slow computer that took a long time to start up.
Hij had een langzame computer die lang nodig had om op te starten.
She had a slow learning pace but never gave up.
Ze had een langzaam leertempo maar gaf nooit op.
Voorbeelden
Her brother teased her for being slow, but she remained determined to improve her skills.
Haar broer plaagde haar omdat ze langzaam was, maar ze bleef vastberaden om haar vaardigheden te verbeteren.
Sometimes he needs a little push to get going, he 's a bit slow.
Soms heeft hij een duwtje nodig om te beginnen, hij is een beetje langzaam.
03
langzaam, traag
at a slow tempo
04
achterlijk, langzaam
(used of timepieces) indicating a time earlier than the correct time
Voorbeelden
My watch is slow by ten minutes.
He realized his watch was slow when he arrived late.
Voorbeelden
The market has been slow this quarter, with few buyers showing interest in new listings.
De markt was traag dit kwartaal, met weinig kopers die interesse toonden in nieuwe aanbiedingen.
The slow business environment made it challenging for startups to secure funding.
Het langzame zakelijke klimaat maakte het voor startups uitdagend om financiering te verkrijgen.
Voorbeelden
The slow pacing of the film made it hard to stay interested.
Het langzame tempo van de film maakte het moeilijk om geïnteresseerd te blijven.
His slow storytelling style put everyone to sleep.
Zijn langzame vertelstijl bracht iedereen in slaap.
to slow
01
vertragen, snelheid verminderen
to decrease one's speed
Intransitive
Voorbeelden
The truck driver decided to slow as they approached the construction zone to ensure the safety of the workers.
De vrachtwagenchauffeur besloot te vertragen toen hij de bouwzone naderde om de veiligheid van de werknemers te waarborgen.
The bicyclist had to slow when navigating the crowded city streets to avoid collisions with pedestrians.
De fietser moest vertragen bij het navigeren door de drukke stadsstraten om botsingen met voetgangers te vermijden.
02
vertragen, de snelheid verminderen
to decrease the speed of something
Transitive: to slow sth
Voorbeelden
The driver slowed the car as they approached the intersection.
De bestuurder vertraagde de auto toen ze het kruispunt naderden.
She slowed the treadmill to a walking pace after an intense workout.
Ze vertraagde de loopband tot wandeltempo na een intense training.
03
vertragen, verminderen
to slacken or reduce the intensity or pace of something
Transitive: to slow sth
Voorbeelden
The conductor instructed the orchestra to slow their tempo, allowing for a more nuanced performance.
De dirigent instrueerde het orkest om hun tempo te vertragen, wat een meer genuanceerde uitvoering mogelijk maakte.
The crew had to slow their excavation work in the archaeological site to uncover delicate artifacts.
De bemanning moest hun opgravingswerk op de archeologische site vertragen om delicate artefacten te ontdekken.
slow
01
langzaam, traag
at a speed that is not fast
Voorbeelden
The turtle moves very slow.
De schildpad beweegt heel langzaam.
The old car drives quite slow on steep hills.
De oude auto rijdt vrij langzaam op steile heuvels.
Voorbeelden
My watch is five minutes slow.
Mijn horloge loopt vijf minuten achter.
The classroom clock runs slow, so we always finish late.
Het klaslokaal uurwerk loopt traag, dus we zijn altijd laat klaar.
Lexicale Boom
slowly
slowness
slow



























