Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to become
01
worden, worden
to start or grow to be
Linking Verb: to become [adj] | to become sb/sth
Voorbeelden
He 's training to become a pilot at a flight school.
Hij traint om piloot te worden op een vliegschool.
How can I become a more confident individual?
Hoe kan ik een zelfverzekerder persoon worden?
02
passen, staan
to be suitable or appropriate for someone, often in terms of their behavior, character, or usual nature
Transitive: to become sb
Voorbeelden
Being dishonest did not become him; he was always known for his integrity.
Oneerlijk zijn paste niet bij hem; hij stond altijd bekend om zijn integriteit.
Engaging in gossip did not become her; she was usually a trustworthy confidante.
Zich bezighouden met roddels paste niet bij haar; ze was meestal een betrouwbare vertrouweling.
2.1
voordelig doen uitkomen, flatteren
to make someone look better
Transitive: to become sb
Voorbeelden
Bold and vibrant colors became her.
Dappere en levendige kleuren maakten haar mooier.
Bright colors really become you; they bring out your vibrant personality.
Felle kleuren staan je echt goed; ze brengen je levendige persoonlijkheid naar voren.
Lexicale Boom
becoming
become



























