Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to scram
01
er vandoor gaan, m smeren
to move hurriedly, especially to escape or to leave a place abruptly
Intransitive
Voorbeelden
When the fire alarm sounded, the students had to scram out of the building in an orderly manner.
Toen het brandalarm afging, moesten de leerlingen op een ordelijke manier uit het gebouw vluchten.
Startled by the sudden noise, the birds in the trees began to scram in all directions.
Geschrokken van het plotselinge geluid begonnen de vogels in de bomen alle kanten op te vluchten.



























