privilege
pri
ˈprɪ
pri
vi
vi
lege
ləʤ
lēj
British pronunciation
/pɹˈɪvɪlɪd‍ʒ/

Definitie en betekenis van "privilege"in het Engels

to privilege
01

bevoorrechten, privileges verlenen

to give special advantages or rights to someone or something
Transitive: to privilege sb
to privilege definition and meaning
example
Voorbeelden
The manager privileged certain employees with additional responsibilities.
De manager bevoorrechtte bepaalde werknemers met extra verantwoordelijkheden.
The scholarship program privileges students based on academic achievement.
Het beurzenprogramma bevoordeelt studenten op basis van academische prestaties.
01

privilege, voordeel

a special right, immunity or advantage that only a particular person or group has
example
Voorbeelden
Access to education is a privilege that not everyone has.
Toegang tot onderwijs is een voorrecht dat niet iedereen heeft.
He felt it was a privilege to work with such talented colleagues.
Hij vond het een voorrecht om met zulke getalenteerde collega's te werken.
02

privilege, exclusief recht

a right reserved exclusively by a particular person or group (especially a hereditary or official right)
03

privilege, recht om te weigeren informatie die in een vertrouwelijke relatie is verkregen

(law) the right to refuse to divulge information obtained in a confidential relationship
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store