average
a
ˈæ
ā
ve
rage
rɪʤ
rij
British pronunciation
/ˈævərɪdʒ/

Definitie en betekenis van "average"in het Engels

01

gemiddeld

calculated by adding a set of numbers together and dividing this amount by the total number of amounts in that set
average definition and meaning
example
Voorbeelden
His average score in math class is 85 %.
Zijn gemiddelde score in de wiskundeles is 85%.
The average height of the students in the class is 5 feet 6 inches.
De gemiddelde lengte van de leerlingen in de klas is 5 voet 6 inch.
02

gemiddeld, gewoon

having no distinctive charactristics
average definition and meaning
example
Voorbeelden
His appearance was average, with nothing particularly remarkable about his features.
Zijn uiterlijk was gemiddeld, zonder iets bijzonder opvallends aan zijn kenmerken.
The hotel room was average, with standard furnishings and amenities.
De hotelkamer was gemiddeld, met standaardmeubilair en voorzieningen.
03

gemiddeld, gewoon

lacking special features or remarkable traits
example
Voorbeelden
His skills were average, doing just enough to get by.
Zijn vaardigheden waren gemiddeld, hij deed net genoeg om rond te komen.
The movie had an average plot with no unexpected twists.
De film had een gemiddeld plot zonder onverwachte wendingen.
to average
01

gemiddelde berekenen, het gemiddelde bepalen

to find the sum of a set of numbers and then divide by the total number of values in the set
Transitive: to average a set of numbers
to average definition and meaning
example
Voorbeelden
The teacher averaged the students' test scores to determine their overall performance in the class.
De docent berekende het gemiddelde van de toetsresultaten van de studenten om hun algehele prestaties in de klas te bepalen.
She averaged her monthly expenses to create a budget for the upcoming year.
Ze berekende het gemiddelde van haar maandelijkse uitgaven om een begroting voor het komende jaar te maken.
02

gemiddeld halen, een gemiddelde handhaven

to reach or maintain a typical or usual level over time
Transitive: to average sth
example
Voorbeelden
She averaged five miles per day on her runs last week.
Ze gemiddeld vijf mijl per dag tijdens haar runs vorige week.
The company averaged 500 sales per month this year.
Het bedrijf gemiddeld 500 verkopen per maand dit jaar.
01

gemiddelde, standaardniveau

a standard level that is considered to be ordinary or usual
average definition and meaning
example
Voorbeelden
His performance was slightly below the team 's average.
Zijn prestatie was iets onder het gemiddelde van het team.
The performance of the team was below average this season.
De prestatie van het team was dit seizoen onder het gemiddelde.
02

gemiddelde, mediaan

a value that represents the central or typical point in a set of data, often calculated as the mean, median, or mode
example
Voorbeelden
The average of the group ’s scores was 80 %.
Het gemiddelde van de scores van de groep was 80%.
To find the average, add up all the values and divide by the total number of values.
Om het gemiddelde te vinden, tel je alle waarden op en deel je door het totale aantal waarden.
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store