Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Automobile
01
automobiel, auto
a motorized vehicle designed for personal transportation
Voorbeelden
After years of saving, she finally purchased her dream automobile, a sleek and stylish sports car.
Na jaren te hebben gespaard, kocht ze eindelijk haar droomauto, een strakke en stijlvolle sportwagen.
In the early 20th century, the mass production of automobiles revolutionized transportation, making it more accessible to the general public.
In het begin van de 20e eeuw revolutioneerde de massaproductie van automobielen het vervoer, waardoor het voor het grote publiek toegankelijker werd.
to automobile
01
to travel or move from place to place by automobile
Voorbeelden
They automobiled across the countryside last summer.
He likes to automobile through the city on weekends.
Lexicale Boom
automobilist
automobile
mobile
