Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
outdoorsy
01
natuurliefhebber, buitenactiviteitenliefhebber
(of a person) having a fondness for outdoor activities and spending time in nature
Dialect
American
Voorbeelden
She ’s an outdoorsy person who spends her weekends camping and hiking in the mountains.
Ze is een natuurliefhebber die haar weekenden doorbrengt met kamperen en wandelen in de bergen.
They ’re an outdoorsy couple, always planning their next adventure in the wilderness.
Ze zijn een natuurminnend stel, dat altijd hun volgende avontuur in de wildernis plant.
Voorbeelden
The store sells outdoorsy clothing, like waterproof jackets and hiking boots.
De winkel verkoopt outdoor-kleding, zoals waterdichte jassen en wandelschoenen.
He packed his outdoorsy equipment, including a tent and portable stove, for the camping trip.
Hij pakte zijn outdoor-uitrusting, inclusief een tent en een draagbaar fornuis, voor de kampeertrip.
Voorbeelden
She prefers outdoorsy activities, such as camping and mountain biking, over indoor sports.
Zij geeft de voorkeur aan buitenactiviteiten, zoals kamperen en mountainbiken, boven indoorsporten.
Her outdoorsy hobbies keep her active and close to nature all year round.
Haar buiten hobby's houden haar het hele jaar door actief en dicht bij de natuur.
Lexicale Boom
outdoorsy
outdoors
outdoor
out
door



























