Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
outdoor
01
buiten-, in de open lucht
(of a place or space) located outside in a natural or open-air setting, without a roof or walls
Voorbeelden
She loves visiting outdoor pools during the summer to swim under the sun.
Ze houdt ervan om in de zomer buitenzwembaden te bezoeken om in de zon te zwemmen.
They chose an outdoor venue for their wedding to take advantage of the garden views.
Ze kozen een buitenlocatie voor hun bruiloft om te profiteren van het uitzicht op de tuin.
Voorbeelden
They spent the afternoon enjoying badminton and other outdoor games in the park.
Ze brachten de middag door met het genieten van badminton en andere buiten spellen in het park.
Many outdoor games, like soccer and frisbee, are popular in the summer months.
Veel buitenspellen, zoals voetbal en frisbee, zijn populair in de zomermaanden.
Voorbeelden
She packed her outdoor clothes for the camping trip, including a rain jacket and sturdy boots.
Ze pakte haar buitenkleding in voor de kampeertrip, inclusief een regenjas en stevige laarzen.
The shop specializes in outdoor apparel, offering items like insulated jackets and hiking pants.
De winkel is gespecialiseerd in outdoor-kleding, met artikelen zoals geïsoleerde jassen en wandelbroeken.
04
buiten, natuurliefhebber
(of a person) enjoying spending time in nature or engaging in activities outside, such as hiking, camping, or sports
Voorbeelden
He 's more of an outdoor type, always going on hikes and camping trips.
Hij is meer een buiten type, gaat altijd op wandelingen en kampeertochten.
My sister is definitely not the outdoor type; she'd rather stay in and read a book.
Mijn zus is absoluut niet het buiten type; ze blijft liever binnen en leest een boek.
Lexicale Boom
outdoor
out
door



























