Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to offend
01
beledigen, kwetsen
to cause someone to feel disrespected, upset, etc.
Transitive: to offend sb
Voorbeelden
His dismissive remarks about her achievements offended her and sparked resentment.
Zijn minachtende opmerkingen over haar prestaties beledigden haar en wekten wrok op.
The controversial decision of the company to cut bonuses deeply offended the employees.
De controversiële beslissing van het bedrijf om bonussen te verlagen heeft de werknemers diep beledigd.
02
beledigen, kwetsen
to feel hurt, insulted, or displeased by someone's words, actions, or behavior
Intransitive
Voorbeelden
She offends easily, often taking harmless comments as personal attacks.
Ze voelt zich snel beledigd, en ziet vaak onschuldige opmerkingen als persoonlijke aanvallen.
Laura offended easily, feeling hurt when her friends made plans without inviting her.
Laura was snel beledigd, voelde zich gekwetst wanneer haar vrienden plannen maakten zonder haar uit te nodigen.
03
beledigen, storen
to cause difficulty, discomfort, or pain
Transitive: to offend someone or their senses
Voorbeelden
The strong smell of fish in the market offended her sensitive nose.
De sterke geur van vis op de markt beledigde haar gevoelige neus.
The loud noise from the construction site offended his ears.
Het harde geluid van de bouwplaats kwetste zijn oren.
04
overtreden, schenden
to go against established norms or principles
Transitive: to offend norms or principles
Voorbeelden
Speeding on the highway offends traffic laws and regulations.
Overtreden van de snelheidslimiet op de snelweg overtreedt verkeerswetten en -regelgeving.
Smoking indoors offends the rules of this establishment.
Binnen roken overtreedt de regels van deze instelling.
Lexicale Boom
offended
offender
offending
offend



























