Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
athwart
01
dwars, schuin
from side to side and in a slanting manner
Voorbeelden
The bridge stretched athwart the river, connecting the two distant shores.
De brug strekte zich dwars over de rivier uit en verbond de twee verre oevers.
She walked athwart the room, her eyes scanning every corner for something hidden.
Ze liep dwars door de kamer, haar ogen speurden elke hoek af naar iets verborgen.
02
dwars, van de ene naar de andere kant
across a ship from side to side
Voorbeelden
The crew worked athwart the deck, preparing for the storm.
De bemanning werkte dwars over het dek, zich voorbereidend op de storm.
The sailor stood athwart the ship, watching for signs of land.
De matroos stond dwars over het schip, uitkijkend naar tekenen van land.
athwart
01
tegen, in tegenstelling tot
opposite to



























