Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to make for
[phrase form: make]
01
zich begeven naar, op weg gaan naar
to move in the direction of something
Voorbeelden
I saw the smoke and made for the nearest fire exit.
Ik zag de rook en ging naar de dichtstbijzijnde nooduitgang.
The hikers made for shelter as the storm approached.
De wandelaars begaven zich naar onderdak toen de storm naderde.
02
leiden tot, resulteren in
to lead to a particular outcome or situation
Voorbeelden
A lack of trust makes for a shaky foundation in any relationship.
Een gebrek aan vertrouwen leidt tot een wankele basis in elke relatie.
The company 's new marketing campaign made for a surge in sales.
De nieuwe marketingcampagne van het bedrijf leidde tot een stijging van de verkoop.



























