Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to arrogate
01
zich toe-eigenen, usurperen
to claim a right, title, or authority to something, often without proper justification
Voorbeelden
In the absence of the manager, he arrogated the responsibility of making the final decision on the project.
In afwezigheid van de manager, eiste hij de verantwoordelijkheid op om de uiteindelijke beslissing over het project te nemen.
The prince arrogated the throne after the king's sudden demise, even though he was not the rightful heir.
De prins eiste de troon op na het plotselinge overlijden van de koning, hoewel hij niet de rechtmatige erfgenaam was.
02
zich toe-eigenen, usurperen
to take control of something without any legal basis
Voorbeelden
The new manager tried to arrogate authority beyond her official role, upsetting the team.
De nieuwe manager probeerde autoriteit toe te eigenen die verder ging dan haar officiële rol, wat het team van streek maakte.
The committee accused him of trying to arrogate power that was not rightfully his.
Het comité beschuldigde hem ervan te proberen macht te toe-eigenen die hem niet rechtmatig toekwam.
03
zich toe-eigenen, usurperen
to wrongly claim or assume something that one does not rightfully possess
Lexicale Boom
arrogation
arrogator
arrogate
arrog



























