Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
opstelling, schikking
a structured or organized layout of objects, people, or data in a specific pattern or sequence
Voorbeelden
The store displayed an array of colorful fruits neatly arranged.
De winkel toonde een reeks kleurrijke vruchten netjes gerangschikt.
Soldiers stood in a perfect array during the parade.
De soldaten stonden in een perfecte formatie tijdens de parade.
02
een indrukwekkende reeks, een opmerkelijke verzameling
a striking or remarkable collection of things presented together
Voorbeelden
The buffet offered an impressive array of international dishes.
Het buffet bood een indrukwekkende selectie van internationale gerechten.
The exhibition showcased an array of innovative technologies.
De tentoonstelling toonde een reeks innovatieve technologieën.
03
tooï, sieraad
elegant, richly adorned, or ceremonial clothing, often used in historical or poetic contexts
Voorbeelden
The knights rode into battle in splendid array.
De ridders reden de strijd in in een prachtige formatie.
The queen appeared in full royal array during the coronation.
De koningin verscheen in volle koninklijke uitdossing tijdens de kroning.
04
array, matrix
a group of numbers, mathematical symbols or values, arranged in columns and rows
Voorbeelden
The program stores values in a two-dimensional array.
Het programma slaat waarden op in een tweedimensionale array.
Students learned how to represent data using a numerical array.
De leerlingen leerden hoe ze gegevens kunnen weergeven met een numerieke array.
05
antenne-array, antenne-opstelling
a system of multiple antennas positioned in a specific pattern to focus or enhance signal reception or transmission
Voorbeelden
The satellite uses an advanced array of antennas for better coverage.
De satelliet gebruikt een geavanceerde array van antennes voor een betere dekking.
Engineers installed a phased array on the radar tower.
De ingenieurs installeerden een gefaseerde array op de radartoren.
to array
01
schikken, ordenen
to organize or lay out objects, people, or ideas in an orderly way
Transitive: to array sb/sth
Voorbeelden
The commander arrayed the troops in perfect formation.
De commandant schikte de troepen in een perfecte formatie.
She arrayed the documents neatly across the desk.
Ze schikte de documenten netjes over het bureau.
02
zich scharen, zich aansluiten
to associate or position oneself in support of a particular side, ideology, or organization
Transitive: to array oneself with a movement or idea
Intransitive: to array behind a movement or idea
Voorbeelden
He arrayed himself with the reformist movement.
Hij sloot zich aan bij de hervormingsbeweging.
Many citizens arrayed behind the environmental activists.
Veel burgers schaarden zich achter de milieuactivisten.
Lexicale Boom
disarray
array



























