Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
kennis, begrip
the scope of what someone is aware of or is capable of grasping
Voorbeelden
Quantum physics is beyond my ken, but I admire those who master it.
Kwantumfysica gaat mijn begrip te boven, maar ik bewonder degenen die het beheersen.
The concept was within her ken, thanks to years of study.
Het concept lag binnen zijn kennisdomein, dankzij jaren van studie.
02
gezichtsveld, zichtafstand
the distance that can be seen by someone
Voorbeelden
The mountains came into ken as the fog lifted.
De bergen kwamen in zicht toen de mist optrok.
A ship appeared on the horizon, just within their ken.
Een schip verscheen aan de horizon, net binnen hun gezichtsveld.
to ken
01
(Scottish) to know, be aware of, or understand
Voorbeelden
Do you ken what I mean?
I do n't ken that song you're talking about.



























