Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Invoice
Voorbeelden
The vendor sent an invoice to the client for the goods delivered.
She processed the invoice for payment, ensuring that all details were accurate.
Ze verwerkte de factuur voor betaling en zorgde ervoor dat alle details nauwkeurig waren.
to invoice
01
factureren, een factuur sturen
to send someone a bill for goods or services
Voorbeelden
He had invoiced the customer before starting the next order.
Hij had de klant gefactureerd voordat hij de volgende bestelling startte.
She invoiced the client for the design work yesterday.
Ze heeft de gisteren gefactureerd voor het ontwerparbeid.



























