Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
apropos
01
relevant, geschikt
relevant, suitable, or appropriate in a given context or situation
Voorbeelden
His remark was quite apropos considering the current state of affairs.
Zijn opmerking was vrij toepasselijk gezien de huidige stand van zaken.
The timing of her suggestion was perfectly apropos to the ongoing discussion.
De timing van haar suggestie was perfect toepasselijk voor de lopende discussie.
apropos
01
op het juiste moment, toepasselijk
at an appropriate or fitting moment
Voorbeelden
She arrived just apropos, as the meeting was about to begin.
Ze arriveerde precies op het juiste moment, toen de vergadering op het punt stond te beginnen.
The opportunity allowed him to showcase his skills at the perfect moment, coming apropos.
De gelegenheid stelde hem in staat zijn vaardigheden te tonen op het perfecte moment, kwam op het juiste moment.
02
Trouwens, In dat verband
used to introduce a remark that connects to the current topic
Voorbeelden
Apropos of your earlier point, I think we should revisit the budget.
Apropos van uw eerdere punt, ik denk dat we het budget opnieuw moeten bekijken.
Apropos of travel, have you renewed your passport yet?
Apropos reizen, heb je je paspoort al vernieuwd?
apropos
01
used to introduce a comment, observation, or topic that is relevant, appropriate, or timely
Voorbeelden
Apropos the meeting, we should discuss the budget changes.
Apropos her earlier remark, I think we need to reconsider our plan.



























