Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
honest
01
eerlijk
telling the truth and having no intention of cheating or stealing
Voorbeelden
The honest cashier returned the extra change that the customer had mistakenly received.
De eerlijke kassier gaf het extra wisselgeld terug dat de klant per ongeluk had ontvangen.
Despite the temptation, he remained honest and refused to take credit for someone else's work.
Ondanks de verleiding bleef hij eerlijk en weigerde hij de eer voor iemand anders werk op te eisen.
02
eerlijk, oprecht
straightforward and truthful in expression
Voorbeelden
She gave an honest assessment of the situation, highlighting both strengths and weaknesses.
Ze gaf een eerlijke beoordeling van de situatie, waarbij zowel sterke als zwakke punten werden benadrukt.
His honest feedback helped the team improve their project significantly.
Zijn eerlijke feedback hielp het team hun project aanzienlijk te verbeteren.
03
eerlijk, betrouwbaar
worthy of being depended on
04
eerlijk, oprecht
gained or earned without cheating or stealing
05
eerlijk, authentiek
not forged
Voorbeelden
She gave an honest response when asked about her opinion.
Ze gaf een eerlijk antwoord toen haar naar haar mening werd gevraagd.
His honest nature earned him the trust of his peers.
Zijn eerlijke aard leverde hem het vertrouwen van zijn collega's op.
07
eerlijk, oprecht
without pretensions
Lexicale Boom
dishonest
honestly
honestness
honest



























