Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
habitual
01
gewoonlijk, gebruikelijk
done regularly or repeatedly, often out of habit
Voorbeelden
Going to the gym every morning has become Mark 's habitual routine to stay in shape.
Elke ochtend naar de sportschool gaan is Marks gebruikelijke routine geworden om in vorm te blijven.
Researching and outlining are part of my habitual process for writing an essay or article.
Onderzoeken en schetsen maken deel uit van mijn gebruikelijke proces voor het schrijven van een essay of artikel.
02
gewoonlijk, gewoonte-
(of a person) doing a certain behavior or action regularly or repeatedly
Voorbeelden
He was a habitual smoker, lighting up a cigarette every hour.
Hij was een gewoonlijke roker, die elk uur een sigaret opstak.
The habitual offender was back in court for the same crime once again.
De gewone overtreder was weer eens voor dezelfde misdaad in de rechtbank.
Lexicale Boom
habitually
habitual
habit



























