Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
everyday
Voorbeelden
Drinking coffee has become an everyday habit for him.
Koffie drinken is voor hem een dagelijkse gewoonte geworden.
Checking emails is an everyday task that she handles first thing in the morning.
E-mails controleren is een dagelijkse taak die ze als eerste in de ochtend aanpakt.
02
alledaags, dagelijks
suitable or practical for regular, daily use, rather than for special occasions
Voorbeelden
She prefers wearing comfortable, everyday clothes when running errands.
Ze geeft de voorkeur aan het dragen van comfortabele en alledaagse kleding wanneer ze boodschappen doet.
His everyday shoes are simple and durable for constant wear.
Zijn alledaagse schoenen zijn eenvoudig en duurzaam voor constant dragen.
03
alledaags, dagelijks
happening or experienced regularly as a typical part of daily life
Voorbeelden
Traffic jams are an everyday occurrence in the city during rush hour.
Files zijn een alledaags verschijnsel in de stad tijdens de spits.
Missing keys was just an everyday problem in their hectic household.
Ontbrekende sleutels waren slechts een alledaags probleem in hun hectische huishouden.
Lexicale Boom
everydayness
everyday
every
day



























