Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Grandpa
01
grootvader, opa
the father of our mother or father
Voorbeelden
His grandpa gives him a silver coin every time he visits.
Zijn opa geeft hem elke keer dat hij hem bezoekt een zilveren munt.
I want to bake a birthday cake for my grandpa.
Ik wil een verjaardagstaart bakken voor mijn opa.



























