ancestor
an
ˈæn
ān
ces
ˌsɛs
ses
tor
tɜr
tēr
British pronunciation
/ˈænsɛstɐ/

Definitie en betekenis van "ancestor"in het Engels

01

voorouder, stamvader

a blood relative who lived a long time ago, usually before one's grandparents
Wiki
ancestor definition and meaning
example
Voorbeelden
She discovered that one of her ancestors had fought in the Civil War.
Ze ontdekte dat een van haar voorouders in de Burgeroorlog had gevochten.
They visited the old cemetery where many of their ancestors were buried.
Ze bezochten de oude begraafplaats waar veel van hun voorouders begraven waren.
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store