Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
flourishing
01
bloeiend, succesvol
thriving or prospering that results in success and positive development
Voorbeelden
The new bakery in town is flourishing, with a constant stream of customers eager to try their delicious pastries.
De nieuwe bakkerij in de stad bloeit, met een constante stroom van klanten die hun heerlijke gebak willen proberen.
Despite initial challenges, the startup company is now flourishing, attracting investors and expanding its market presence.
Ondanks de initiële uitdagingen, floreert het startupbedrijf nu, trekt het investeerders aan en breidt het zijn marktpositie uit.
02
bloeiend, welvarend
showing strong and healthy growth
Voorbeelden
The flowers in the garden are flourishing with bright colors and strong stems.
De bloemen in de tuin bloeien met felle kleuren en sterke stengels.
After a season of good rainfall, the crops in the field are flourishing and promising a bountiful harvest.
Na een seizoen van goede regenval, gedijen de gewassen op het veld en beloven een overvloedige oogst.
Lexicale Boom
flourishing
flourish



























