Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
eend, gans
a bird with short legs and a wide beak that naturally lives near or on water or is kept by humans for its eggs, meat, or feathers
1.1
eend, eendenvlees
meat of a duck, eaten as food
Voorbeelden
They marinated the duck in an Asian-inspired sauce and grilled it to perfection.
Ze marineerden de eend in een Aziatisch geïnspireerde saus en grilden hem tot in de perfectie.
She roasted a whole duck for the family dinner, seasoned with herbs and spices for added flavor.
Ze braadde een hele eend voor het familiediner, op smaak gebracht met kruiden en specerijen voor extra smaak.
02
zware katoenen stof, dik katoenen weefsel
a heavy cotton fabric of plain weave; used for clothing and tents
03
eend, nul
(cricket) a score of zero runs by a batsman in their innings
Voorbeelden
He was disappointed to record a duck in the match.
Hij was teleurgesteld om een eend in de wedstrijd te noteren.
The opener was bowled out for a duck in the first over.
De opener werd uitgespeeld voor een eend in de eerste over.
04
a term of endearment used to address someone affectionately
Dialect
British
Voorbeelden
Alright, duck, how's your day been?
Do n't worry about it, duck, I've got you.
to duck
01
ontwijken, snel het hoofd buigen
to lower the head or body quickly as a gesture of avoidance or to avoid being hit
Intransitive
Voorbeelden
As the ball flew toward him, he instinctively ducked to avoid being hit.
Toen de bal naar hem toe vloog, doekte hij instinctief om te voorkomen dat hij geraakt werd.
During the fireworks, the dog would often duck and hide under the bed.
Tijdens het vuurwerk duikt de hond vaak weg en verstopt zich onder het bed.
02
onderduwen, onderdompelen
to push or submerge someone or something under water
Transitive: to duck sb
Voorbeelden
During the playful water fight, the children would duck each other in the swimming pool.
Tijdens het speelse watergevecht zouden de kinderen elkaar in het zwembad onderdompelen.
In the excitement of the game, he attempted to duck his friend beneath the ocean waves.
In de opwinding van het spel probeerde hij zijn vriend onder de oceaangolven te duwen.
03
ontwijken, vermijden
to skillfully avoid an unwelcome duty, responsibility, or undertaking
Transitive: to duck a subject or responsibility
Voorbeelden
When asked to take on the challenging project, he tried to duck the responsibility.
Toen hem werd gevraagd het uitdagende project op zich te nemen, probeerde hij de verantwoordelijkheid te ontduiken.
Despite numerous requests, she managed to duck the tedious task of organizing the office files.
Ondanks talloze verzoeken slaagde ze erin de vervelende taak van het organiseren van de kantoorbestanden te ontwijken.
04
snel onderdompelen, kort onderdompelen
to quickly and momentarily dip or submerge into a liquid and then swiftly emerge
Intransitive: to duck somewhere
Voorbeelden
On a scorching summer day, the kids enjoyed ducking into the cool pool to escape the heat.
Op een bloedhete zomerdag genoten de kinderen ervan om in het koele zwembad te duiken om aan de hitte te ontsnappen.
To clean off the mud, the dog would often duck into the shallow stream during their walks.
Om het modder af te spoelen, dook de hond vaak in de ondiepe beek tijdens hun wandelingen.



























