dizzily
di
ˈdɪ
di
zzi
zi
ly
li
li
British pronunciation
/dˈɪzɪli/

Definitie en betekenis van "dizzily"in het Engels

dizzily
01

duizelig, op een duizelingwekkende manier

in a way that causes a sensation of spinning or loss of balance
dizzily definition and meaning
example
Voorbeelden
She swayed dizzily after standing up too quickly.
Ze zwaaide duizelig nadat ze te snel was opgestaan.
The child looked dizzily around the spinning carousel.
Het kind keek duizelig rond op de draaiende carrousel.
02

duizelingwekkend, op een verwarrende manier

in a confusing or rapid manner that overwhelms or unsettles
example
Voorbeelden
The company moved dizzily through a series of unexpected changes.
Het bedrijf bewoog duizelingwekkend door een reeks onverwachte veranderingen.
She watched the news cycle spin dizzily from one scandal to another.
Ze keek toe hoe de nieuwscyclus duizelingwekkend van het ene schandaal naar het andere draaide.
03

dwaas, onnozel

in a silly or frivolous way, often lacking seriousness or sense
example
Voorbeelden
She dizzily suggested they throw a party on a school night.
Ze stelde lichtzinnig voor om een feestje te geven op een schooldag.
He laughed dizzily at the joke, not realizing the problem it caused.
Hij lachte duizelig om de grap, zonder het probleem te beseffen dat het veroorzaakte.
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store