Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
vergelijkbaar, gelijk
(of two or more things or people) having qualities, characteristics, appearances, etc. that are very similar but not identical
Voorbeelden
The two houses had nearly alike floor plans, with only minor differences in layout.
De twee huizen hadden bijna gelijke plattegronden, met slechts kleine verschillen in indeling.
The siblings had alike tastes in music, often borrowing each other's albums.
De broers en zussen hadden vergelijkbare muzieksmaken en leenden vaak elkaars albums.
alike
01
op dezelfde manier, evenzo
in a way that is similar
Voorbeelden
The two paintings look alike, with similar color schemes.
De twee schilderijen lijken op elkaar, met vergelijkbare kleurenschema's.
The twin sisters are dressed alike for the occasion.
De tweelingzussen zijn voor de gelegenheid hetzelfde gekleed.
02
evenzeer, op dezelfde manier
used to say that one meant both of the people or things one just mentioned
Voorbeelden
The new policy benefits students and teachers alike, improving the overall educational experience.
Het nieuwe beleid komt studenten en docenten beide ten goede, waardoor de algehele onderwijservaring wordt verbeterd.
Environmental changes impact rural and urban areas alike, necessitating comprehensive strategies for sustainability.
Milieuveranderingen hebben gelijkelijk invloed op landelijke en stedelijke gebieden, wat uitgebreide strategieën voor duurzaamheid vereist.
Lexicale Boom
alikeness
unalike
alike



























