Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to denounce
01
veroordelen, afkeuren
to publicly express one's disapproval of something or someone
Transitive: to denounce an action or behavior
Voorbeelden
The activist group denounced the government's decision to cut funding for education.
De activistische groep veroordeelde de beslissing van de regering om de financiering voor onderwijs te verminderen.
The international community denounced the use of chemical weapons in the conflict.
De internationale gemeenschap heeft het gebruik van chemische wapens in het conflict veroordeeld.
02
aanklagen, opzeggen
to formally declare the termination or cancellation of a treaty, agreement, or armistice
Transitive: to denounce an agreement
Voorbeelden
The president prepared to denounce the longstanding trade agreement with neighboring countries.
De president bereidde zich voor om het langlopende handelsakkoord met de buurlanden te opzeggen.
Diplomatic tensions escalated when one nation decided to denounce the peace treaty.
De diplomatieke spanningen liepen op toen een natie besloot het vredesverdrag te opzeggen.
Voorbeelden
In fear for her safety, she agreed to denounce the criminal organization to law enforcement.
Uit angst voor haar veiligheid stemde ze ermee in om de criminele organisatie bij de wetshandhaving aan te klagen.
The witness was hesitant to denounce the gang members to the police due to concerns about retaliation.
De getuige aarzelde om de bendeleden bij de politie aan te geven uit angst voor vergelding.
Lexicale Boom
denouncement
denunciation
denunciative
denounce



























