Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
dainty
01
sierlijk, bekoorlijk
pleasantly small and attractive, often implying a sense of elegance
Voorbeelden
The dainty woman captivated everyone with her small, attractive frame and charming smile.
De sierlijke vrouw betoverde iedereen met haar kleine, aantrekkelijke gestalte en charmante glimlach.
The dainty kitten played with a tiny ball of yarn, its movements graceful and precise.
Het sierlijke kitten speelde met een klein bolletje garen, zijn bewegingen waren sierlijk en precies.
02
verfijnd, kieskeurig
showing over-fussy tastes
Voorbeelden
She was dainty about what she would eat, refusing anything greasy.
Ze was kieskeurig over wat ze zou eten en wees alles vettigs af.
His dainty habits made him avoid crowded or dirty places.
Zijn kieskeurige gewoonten deden hem drukke of vuile plaatsen vermijden.
03
delicaat, heerlijk
pleasing in taste
Voorbeelden
The dainty pastries at the bakery were not only visually appealing but also burst with rich and satisfying flavors.
De verfijnde gebakjes in de bakkerij waren niet alleen visueel aantrekkelijk, maar barstten ook van rijke en bevredigende smaken.
The dainty finger sandwiches at the luncheon featured a variety of flavorful fillings, pleasing every palate.
De verfijnde vingersandwiches tijdens de lunch bevatten een verscheidenheid aan smaakvolle vullingen, die elke smaak bevredigden.
Dainty
01
lekkernij, delicatesse
a small item of food considered particularly tasty or appealing
Voorbeelden
A dainty of honeyed almonds was placed on each plate.
Een lekkernij van gehonde amandelen werd op elk bord geplaatst.
The bakery 's dainties were displayed in an elegant glass case.
De lekkernijen van de bakkerij werden tentoongesteld in een elegante vitrine.
Lexicale Boom
daintily
daintiness
dainty
daint



























